Net voor de feestdagen verscheen de nieuwe versie van de Energie-investeringsaftrek (EIA) voor ondernemers. In dit artikel informeren wij u graag over de veranderingen met betrekking tot deze regeling en de invloed hiervan op een aantal van onze producten. Bij een investering in een energiezuinige installatie kan een ondernemer 45% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Daarnaast geldt de gebruikelijke afschrijving voor de energie-investeringen en een lagere energierekening. Installaties en voorzieningen die in aanmerking komen voor de EIA regeling staan in de Energielijst.
De grootste wijziging ten opzichte van 2020 is dat er een maximum wordt gesteld aan het bedrag dat kan worden afgetrokken. De bedragen worden gebaseerd op het koelvermogen van de compressoren en het soort installatie. Voor 2021 is er een budget van € 149 miljoen beschikbaar. De regeling levert de ondernemer/investeerder gemiddeld 11% voordeel op.
Hieronder vindt u de uitleg en de invloed van de vernieuwde regeling op aantal producten uit ons koeltechnisch leveringspakket.
- Profroid CO2 condensingunits
Deze condensingunits vallen onder code 220225 en hierbij is voor 2021 een maximum aan het aftrekbare bedrag gesteld. De regeling luidt als volgt:
Energiezuinige koel- en/of vriescondensoreenheid
Bestemd voor: het koelen en/of vriezen van ruimtes of processen tot maximaal + 16 °C, en bestaande uit:
A. een condensoreenheid voor koeltoepassingen met:
– een koelvermogen groter dan 5 kW en kleiner of gelijk aan 50 kW;
– een SEPR van tenminste 2,90;
– een natuurlijk koudemiddel;
– verdamper, exclusief koel- en/of vriescellen;
– (eventueel) de aangesloten koelmeubelen, of
B. een condensoreenheid voor vriestoepassingen met:
– een koelvermogen groter dan 2 kW en kleiner of gelijk aan 20 kW;
– een SEPR van tenminste 1,80;
– een natuurlijk koudemiddel;
– verdamper, exclusief koel- en/of vriescellen;
– (eventueel) de aangesloten vriesmeubelen.
Het maximum investeringsbedrag voor de aangesloten koel- en/of vriesmeubelen, dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 1.000 per geïnstalleerde kW van het koelvermogen van de condensoreenheid.
Condensoreenheden bestemd voor koel- en vriestoepassingen moeten voldoen aan de eisen gesteld bij koeltoepassingen. De bepaling van het koelvermogen en de seizoensgebonden energieprestatieverhouding (SEPR) voor condensoreenheden zijn vastgelegd in Richtlijn 2009/125/EG van het Europese Parlement en de Raad, d.d. 21 oktober 2009, en in Verordening (EU) 2015/1095 tot uitvoering van de Richtlijn.
De Profroid CO2 condensingunits voor vriestoepassing (QC-LT) voldoen aan deze regeling.
Deze chillers vallen onder code 220212 die t.o.v. 2020 is gewijzigd door een maximum te stellen aan het aftrekbare bedrag. De regeling luidt voor 2021 als volgt;
Energiezuinige koel- en/of vriesinstallatie
Bestemd voor: het koelen en/of vriezen van ruimten of processen tot maximaal + 16 °C, en bestaande uit: een subkritische koel- en/of vriesinstallatie op basis van een halogeenvrij koudemiddel, met:
– ten minste één frequentiegeregelde of elektronisch toerengeregelde compressor;
– een luchtgekoelde, watergekoelde of verdampingscondensor, ontworpen op maximaal 10 K temperatuurverschil tussen condensatietemperatuur en omgevingstemperatuur, met een specifiek opgenomen vermogen van de condensor van maximaal 21 W per kW condensorvermogen;
– een weersafhankelijke regeling van de condensatiedruk tot + 13 °C buitenluchttemperatuur;
– een elektronische expansieregeling (bij een direct expansiesysteem);
– verdamper, exclusief koeltunnel;
– (eventueel) adiabatische voorkoelblokken (pads) bij een luchtgekoelde condensor;
– (eventueel) het koudenet met CO2 als koudedrager.
Het specifiek opgenomen vermogen van de condensor is de som van het totaal opgenomen vermogen van de ventilatoren en/of pompen, gedeeld door het condensorvermogen bij een temperatuurverschil van 10 K tussen condensatietemperatuur en omgevingstemperatuur.
De omgevingstemperatuur is bij de luchtgekoelde condensor een drogeboltemperatuur van + 30 °C met een relatieve vochtigheid van 50%, bij de verdampingscondensor is dat een natteboltemperatuur van + 22 °C. Indien niet met de buitenlucht wordt gekoeld is de omgevingstemperatuur de (oppervlakte)- wateraanvoertemperatuur.
Het maximale temperatuurverschil van 10 K tussen condensatie- en omgevingstemperatuur geldt voor een buitenluchttemperatuur van + 13 °C en hoger.
Een koel- en/of vriesinstallatie waarbij in het samenstel van voorzieningen een halogeen houdend koudemiddel wordt toegepast, komt niet in aanmerking voor Energie-investeringsaftrek. Onder samenstel van voorzieningen wordt verstaan alle aanwezige middelen die onderling met elkaar verbonden zijn voor het koelen en/of vriezen van ruimten of processen.
Het maximum investeringsbedrag voor de koel- en/of vriesinstallatie, dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 1.500 per geïnstalleerde kW van het koel- of vriesvermogen van de compressoren bij bovengenoemde condities.
Aangezien wij onze Refra propaanchillers op maat en naar wens samenstellen kunnen ze ook worden ontworpen op basis van de EIA regels.
- Transkritische CO2 installatie van CGS, Teko en Refra.
Deze installaties vallen onder code 220223. Ten opzichte van 2020 is niet alleen een maximum gesteld aan het aftrekbare investeringsbedrag maar zijn ook de ontwerpcondities aangepast. De omgevings- en gaskoeleruittredetemperatuur van verlaagd naar resp. 32C en 34C en de ontwerpdruk is aangepast van 90 naar 84 bar. De regeling voor 2021 luidt:
Transkritische CO2 koel- en/of vriesinstallatie
Bestemd voor: het koelen en/of vriezen van ruimten of processen tot maximaal + 16 °C, en bestaande uit: een koel- en/of vriesinstallatie met uitsluitend CO2 als koudemiddel, met:
– ten minste één frequentiegeregelde of elektronisch toerengeregelde compressor;
– een lucht- of watergekoelde gaskoeler, ontworpen op maximaal 2 K temperatuurverschil tussen gaskoeleruittredetemperatuur en omgevingstemperatuur bij een persdruk van 84 bar(a), met een specifiek opgenomen vermogen van de gaskoeler van maximaal 14 W per kW gaskoelervermogen;
– een weersafhankelijke regeling van de condensatiedruk tot + 13 °C buitenluchttemperatuur;
– een elektronische expansieregeling;
– verdamper, exclusief koel- en/of vriestunnel en koel- en/of vriescellen;
– (eventueel) adiabatische voorkoelblokken (pads) bij een luchtgekoelde gaskoeler;
– (eventueel) de aangesloten koel- en/of vriesmeubelen.
De omgevingstemperatuur is bij de luchtgekoelde gaskoeler een drogeboltemperatuur van + 32 °C, en bij de watergekoelde gaskoeler de wateraanvoertemperatuur.
Het specifiek opgenomen vermogen van de gaskoeler is de som van het totaal opgenomen vermogen van de ventilatoren en/of pompen, gedeeld door het gaskoelervermogen bij een temperatuurverschil van 2 K tussen gaskoeleruittredetemperatuur en omgevingstemperatuur.
Het maximum investeringsbedrag, dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 2.500 per geïnstalleerde kW van het koelvermogen van de koelcompressoren bij bovengenoemde condities.
Installatiedelen, die het koudemiddel CO2 niet bevatten, komen niet voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking.
Door de nieuwe ontwerpcondities kunnen de transkritische compressoren circa 5% kleiner geselecteerd worden. Dit heeft uiteraard tot gevolg dat het opgenomen vermogen van de installatie zal afnemen. Dit heeft echter niet tot gevolg dat de gaskoeler kleiner kan worden. Omdat deze bij een lagere druk moet worden geselecteerd zal deze juist groter worden. Per saldo zullen de installaties dus in prijs toenemen.
Wilt u meer informatie of een afspraak maken?
Bel naar 0341-356741 of stuur een mail naar info@dekkerinternational.nl.